Opdracht 1 Tijdbalken maken

 



We gaan in een paar stappen leren hoe we een tijdbalk op de goede manier moeten maken.

Je krijgt een oefenblad van je docent

Lees de opdrachten goed door, neem de 'balken' over en beantwoord de vragen

op het oefenblad.

 

A.

Als je een tijdbalk moet maken, teken je eerst een balk.

Let er goed op dat de balk in een even aantal centimeters is verdeeld,

dat is gemakkelijk voor later als je de balk moet invullen.

Daarna ga je kijken hoeveel jaren er in gezet moeten worden.

Stel dat je in de tijdbalk tien jaren moet zetten, hoe ga je dat dan doen?

Je meet de balk op en verdeelt die in tien gelijke stukken:  

Zet bij elk streepje het bijbehorende jaartal.

Vul in bovenstaande tijdbalk de jaren 1980 tot en met 1990.

Let goed op waar je begint!

Doe het eerst met potlood.

Elk streepje stelt dus … jaar voor. 

Nu gebeuren de dingen niet altijd bij het wisselen van een jaar, maar ook wel eens midden in het jaar, in juni bijvoorbeeld.

Neem een stukje van de tijdbalk en verdeel deze in vier gelijke stukken. 

  1. Hoeveel maanden stelt het gehele blokje voor?
  1. Hoeveel maanden stelt een stukje van het blokje voor?
  1. Zet de maanden bij de streepjes. Let op: je zet dus alleen de  maanden neer die bij de streepjes horen!
  1. Je kunt een blokje van een jaar ook verdelen in alle maanden, hoeveel streepjes krijgt 1 jaar dan? 

 


B.

Verdeel de balk eerst in 5 jaren. De balk loopt van 1304 tot en met 1309 

Zet nu de volgende data erin op de juiste plek:


1 januari 1305                                 31 mei 1307


1 maart 1306                                    1 november 1309 (!)  

 


C.

Als we een tijdbalk maken dan letten we op de volgorde van de gebeurtenissen.

Het één komt eerder dan het ander.

Ook moeten we goed letten op de jaren voor het jaar nul: voor Christus. 

Zet in een tijdbalk de volgende jaren:   

 

50 v.Chr.                               10 n.Chr.  


20 v.Chr.                               50 n.Chr. 

 

Je ziet dat je nu niet meer de tijdbalk kan verdelen in stukjes van 1 jaar.

Dus verdelen we de balk in stukjes van 10 jaren, dat mag ook! 

Zet onder de tijdbalk 50 v. Chr. aan de linkerkant van de balk en 50 n. Chr.

helemaal aan de rechterkant van de balk.

Nu kunnen we van links af gaan tellen tot 20 v. Chr.

Omdat de balk in stukjes van tien jaren is verdeeld,

ga ik twee streepjes verder dan 50 v.Chr. en zet ik bij het vierde streepje 20 v.Chr.

Doe zelf: 10 n. Chr.

 

Let op: het jaar 0 staat nooit in een tijdbalk, wel het jaar 1! 

 

Hoeveel jaar zit er tussen 50 v. Chr en 20 v. Chr?___________________

 

Hoeveel jaar zit er tussen 20 v.Chr en 10 n.Chr?___________________

(Let goed op en tel de hokjes!) 

 


D.

Natuurlijk kunnen we ook de jaren voor de geboorte van Christus weer verdelen in maanden. 

Deze tijdbalk loopt van 20 v .Chr. tot en met 30 n. Chr.

Zet deze jaartallen onder de balk.

Zet vervolgens de volgende data onder de tijdbalk.

Let goed op hoe je de jaren verdeelt!


1 januari 10 v.Chr.                          het jaar 1 n. Chr.   

           
1 juni 20 n. Chr.                              31 december 29 n. Chr.

 

Dit is een lastige want je moet niet alleen rekening houden met het verdelen

van de stukjes in jaren, maar ook nog eens met de verdeling van de jaren in maanden.

Als er zoiets gebeurt, hoeft het niet allemaal op de millimeter nauwkeurig. 

 

 

Bij het maken van tijdbalken moet je letten op:


-          verdeling van de balk in jaren (gelijke stukken)


-          verdeling van de jaren in maanden (gelijke stukken)


-          jaren voor en na de geboorte van Christus

 

-          het jaar 0 bestaat niet, wel het jaar 1 na Christus

 


E.

Maak een tijdbalk waarin de onderstaande onderwerpen staan.

Schrijf de onderwerpen ook op de juiste plaats in jouw tijdbalk:

 

  • De prehistorie

 

  • De Romeinse tijd

 

  • Napoleon

 

Zoek de juiste jaartallen op.

 



Maak jouw eigen website met JouwWeb